LEESTIJD: 8 MIN
Aruba staat bekend als one happy island, met haar wuivende palmbomen en hagelwitte stranden, maar het Caribische eiland is zo veel meer dan dat. Welkom op een eiland vol mysterieuze mangrovebossen, verborgen ruïnes en graffitikunst.
Broccoli-achtige kwallen bewegen langzaam mee met de golven, als drijvende tuintjes in een blauwe zee. In een kajak met glazen bodem peddel ik samen met gids Zuyek van Clear Kayak Aruba van Santo Largo naar Mangel Halto. Hij noemt het de grootste ‘onderwater mangrove tour’. “Die kwallen zijn schildpaddenvoer,” roept hij terwijl ik flink moet aanzetten. De zee is verre van kalm; golven klotsen tegen de kajak. Het is meteen duidelijk: Aruba is niet alleen een prachtig decor, de beleving moet je zelf verdienen. Bij de mangroves vist Zuyek voorzichtig een stekje uit het water.
Hij vertelt dat de mangrove slechts drie centimeter per jaar groeit, maar een onmisbare natuurlijke barrière vormt tegen erosie en stormgolven. “Als de zee ooit écht woest wordt, breekt ze hier. De mangrove is de beschermvrouwe van ons eiland.” We springen uit de kajak en lopen snel door het dichte bos van wortels en takken naar een baai met glashelder water. We zetten de snorkels op. Felgekleurde vissen schieten voor me langs en dansen tussen het koraal, terwijl zonlicht in bleke stroken door het water valt.
Een ‘nutteloos’ eiland
Lang voor Aruba zichzelf one happy island noemde, werd het door Europese zeevaarders afgedaan als nutteloos. Islas inútiles, zo klonk hun oordeel. Geen goud, geen kruiden, geen zoet water ‒ geen winst. Toen Nederland het eiland later overnam, werd er nauwelijks een wenkbrauw opgetrokken. “Een kleine misvatting,” zegt parkranger Gregory Vis met lichte ironie. Het is vroeg in de ochtend als we door het stoffige landschap van Arikok National Park wandelen, dat een vijfde van het eiland beslaat. Hij vertelt hoe in 1824 een herdersjongen tegen wat stenen schopte en iets glinsterends vond. “Hij nam het mee naar huis, zijn vader liet het onderzoeken en wat bleek? Goud!” Aruba werd plots een Caribisch Klondike. Boeren, vissers en matrozen trokken naar de noordkust, op zoek naar rijkdom. Vandaag herinneren de ruïnes van mijnen en smelterijen bij Bushiribana, Balashi en Miralamar aan die korte, maar hevige goudkoorts. We lopen verder over kronkelende paden langs hoge kadushi (appelcactussen) en grillige rotsen, terwijl kolibries, troepialen en suikerdiefjes voorbijfladderen.
Af en toe rent er een felblauwe cododo, een gevlekte hagedis, voorbij. Auto’s zijn in delen van het park niet toegestaan, om dieren zoals de Arubaanse ratelslang rust te gunnen bij zonsopgang en -ondergang. Wandelaars zijn altijd welkom, zolang ze een toegangskaartje hebben; de opbrengst gaat naar natuurbeheer. Bij de Guadirikiri-grotten wijst Gregory op rotstekeningen van de Arawak, de oorspronkelijke bewoners. Zonlicht valt via een opening in het kalkstenen dak naar binnen en zet de rotswanden in groene en roodbruine tinten. In een ruimte schijnt het licht precies door een hartvormige opening. Ook ik ga in het ‘hartje’ staan voor een foto ‒ niet origineler dan de velen die me voorgingen, maar sommige plekken vragen er nu eenmaal om. Weer buiten, bij Boca Prins, beukt de oceaan met brute kracht op de rotsen. Zwemmen is hier vandaag te gevaarlijk, maar vijf kilometer verderop wacht verkoeling in de natuurlijke zwembaden van Conchi (‘kommetje’ in het Papiamento). Na een glibberige afdaling plons ik in het heldere water en stel vast dat dit ‘het goede leven’ is.
Probeer de stranden maar eens zonder clichés te beschrijven: die knalblauwe zee, wuivende palmen en parelwitte stranden
Strand in zicht
De stranden zijn natuurlijk het absolute visitekaartje van Aruba. En probeer ze maar eens zonder clichés te beschrijven, die knalblauwe zee, wuivende palmen en goudgele en parelwitte stranden. In het zuiden van het eiland bij Baby Beach heb ik een plekje gevonden in de schaduw van een zeedruifboom, net als een paar grote Arubaanse families iets verderop. Kinderen rennen spelend rond, ouders kletsen bij, radio’s staan aan met bachata of reggae en af en toe waait er een vlaag barbecuegeur voorbij. Een koude Balashi (een lokaal biertje) en een spontaan dutje maken dit tot mijn favoriete plek. Een heel andere vibe tref ik de volgende dag bij het bruisende Palm Beach, het toeristische hart van Aruba met luxe resorts, winkels en watersport. Hier wordt ook flink ingezet op wellness; overal zie ik aanplakbiljetten voor yoga bij zonsopgang, massages in de open lucht of aloë-vera-behandelingen bij luxe spa’s.
Ik lees over ‘oceaangeluidsbaden’ bij Fisherman’s Hut: op een luchtbed dobberen terwijl klankschalen klinken. Alleen voor gasten van Boardwalk Boutique Hotel. Iets zegt me dat ik hier terugkom. Strand na strand schuim ik deze dagen af. Op Eagle Beach kijk ik vanaf mijn handdoek toe hoe tiktokkers en instagrammers zich bij de iconische fofoti-boom ‒ onmisbaar in elke reisgids ‒ in perfect geregisseerde poses manoeuvreren. Een fascinerend spel van esthetiek, ambitie en eindeloze takes. Helemaal in het zuiden ligt het rustige Rodger’s Beach, waar pelikanen laag over het water glijden en een paar felgekleurde vissersbootjes vredig deinen in de baai. En net ‘om de hoek’, bij Boca Grandi, wordt het ruiger: kitesurfers razen over de golven, voortgestuwd door de onophoudelijke passaatwind.
Mooie Mix
Als Oranjestad langzaam tot leven komt met het zakken van de zon, loop ik opgefrist voor de avond over de hoofdstraat Caya G.F. Betico Croes. De gevels ogen Hollands, de kleuren Caribisch. Aruba heeft sinds 1986 een status aparte binnen het koninkrijk, en de mix van Nederlands, Arawak, Afrikaans en Zuid-Amerikaans is overal te proeven. Bij Qué Pasa Restaurant & Winebar in de Wilhelminastraat belandt die smeltkroes perfect op mijn bord. Het menu varieert van biefstuk met Hollandse aardappeltjes tot lokaal gevangen mahi-mahi, van sashimi tot truffelrisotto. In de wijnkelder van het historische koopmanshuis wachten honderd soorten wijn om te worden ontkurkt. Ik hou het er bij een; een frisse sauvignon blanc. Ook het uitgaansleven blijkt net zo gevarieerd als de inwoners en de keuken. Er kan worden gedanst in de HIDDEN Nightclub of worden genoten van een cocktail in een chique, mysterieuze speakeasy-sfeer bij Apotek. Mijn favoriet is destilleerderij Bodegas Papiamento, vlak bij de cruiseterminal. Ze hebben een sfeervolle patio, waar het vooral rond borreltijd goed proeven is van alle soorten craft-cocktails en hapjes uit de foodtruck.
Van no-go naar kunstdistrict
De volgende ochtend stuift het stof van de kustweg nog na als ik San Nicolas binnenrijd, aan de oostkant van het eiland. Hier bloeide ooit de olie-industrie. In 1924 opende de raffinaderij en trok duizenden arbeiders. Toen de fabriek in 2012 sloot, bleef een wijk achter vol leegstand en verhalen die men liever vergat. Maar Tito Bolivar, initiatiefnemer van de Aruba Art Fair zag kansen. Hij haalde graffiti-artiesten naar de muren van de stad, en langzaam veranderde de wijk. Reusachtige muurschilderingen pronken nu langs de straten waar ooit alles dichtgetimmerd was. Er is een bioscoop, een golfbaan en elk jaar een kunstfestival met kunstenaars van over de hele wereld, dat de wijk nieuw leven inblaast. ’s Avonds, aan de hotelbar met een laatste cocktail, overdenk ik mijn trip en alles wat dit eiland te bieden heeft. De stranden, het nachtleven, het ruige Arikok, kleurrijk San Nicolas. Hoezo ‘nutteloos eiland’? Na alles wat ik hier heb gezien en gevoeld, weet ik een ding zeker: die Europese zeevaarders hebben zich flink verkeken. Aruba is allesbehalve nutteloos.
SLAPEN
JOIA Aruba by Iberostar
Dit smaakvol ingerichte resort met spa, infinitypool en golfbaan vlakbij, is de gloednieuwe aanwinst van Eagle Beach, dat is uitgeroepen tot een van de mooiste stranden ter wereld.
Boardwalk Boutique Hotel Aruba
Verscholen in de tropische tuinen van een voormalige kokosnootplantage, biedt dit boetiekhotel 49 ruime casita’s in Caribische kleuren met volop privacy en comfort.
The St. Regis Aruba Resort
Het nieuwste hotel op Aruba’s beroemde Palm Beach biedt alles wat van een ultraluxe vijfsterrenresort mag worden verwacht, inclusief spectaculair zeezicht.
ETEN & DRINKEN
Lima Bistro
Deze bistro is een must voor fijnproevers en fans van de Peruaanse keuken, want er wordt Peruaans gekookt met een Caribische twist. Het restaurant is prachtig gelegen aan de paardenbaai met uitzicht over de haven en downtown Oranjestad.
Olivia Restaurant
In dit mediterrane restaurant eet u in een stijlvolle semi-openluchtambiance vol tropische planten, met tal van gerechten en hapjes om te delen.
Zeerovers
Zeerovers is dé lokale hotspot van Aruba waar iedereen geweest moet zijn om de hype te snappen. Dit restaurant, omringd door de knalblauwe zee en ‒ overdag ‒ de bedrijvigheid van de visafslag, serveert supervers gevangen vis in vrolijk gekleurde manden.
VOOR DE
ZAKENREIZIGER
Naar Aruba

